Dit artikel verscheen in de voorjaarseditie 2015 van Maison en France. Download hier het artikel als pdf …
Ik heb heel wat jaartjes in Driehuis gewoond, een dorp vlakbij IJmuiden. De laatste paar jaar in een appartement midden in het centrum. Met een balkon aan de straatkant. Een prachtige plek, daar niet van. Maar wat een lawaai elke dag! Twee café’s en in het weekend het geronk van motorfietsen van bikers die mijn straat als toeristische route bestempelden om – soms met vijftig Harleys achter elkaar – te genieten van hun rit.
Dat kabaal ben ik nu kwijt. Halverwege januari leverde ik mijn tijdelijke huis in Lorgues schoon op en verhuisde ik mijn laatste spulletjes naar Tourtour, een van de mooiste dorpen van de Var (le village dans le ciel) op 650 meter hoogte. Dat is wennen. Hier geen bikers, hooguit wat wielrenners. Wel een verdwaalde auto of vrachtwagen die zich begeeft op de Route d’Aups of de Route de Villecroze, twee doorgaande wegen onderaan de heuvel waarop mijn huis ligt.
Officieel ligt mijn woonst aan de Route d’Aups. Maar in het begin kon niemand dit adres vinden omdat de ingang van het cheminnetje slechts te bereiken is via het rond point, 247 meter verderop. Ik was dan ook blij verrast met de eerste echte post op mijn nieuwe adres. Monsieur le facteur had het dan toch kunnen vinden. Anders is dat bij pakjesbezorgers. Als je geluk hebt, bellen die na een halfuur zoeken op zodat ik ze kan uitleggen hoe ze moeten rijden. Soms nemen ze die moeite niet en nemen ze mijn pakje weer mee naar hun depot, wat weer een hoop ergernis en moeite met zich meebrengt om het alsnog bezorgd te krijgen. Zo moest ik ruim drie weken wachten op hondenvoer. Tip: maak nooit gebruik van de ‘diensten’ van GLS, maar kies bij voorkeur de gewone La Poste of DPD … Nu word ik af en toe verrast met een vrolijke ‘tuut-tuut’ van facteur of pakjesbezorger, een fijn geluid.
Vogeltjes, eindelijk!
De ochtenden hier zijn heel fijn. Vooral als de zon schijnt, dan is het al meteen aangenaam op mijn 100 vierkante meter grote terras op het zuiden. Ik geniet dan van de eerste koppen koffie (met sigaret), het getsjilp van pimpelmeesjes en het gekoer van duiven. De lente is nu officieel begonnen en dat hoor je. Er komen met de dag meer vogeltjes mijn kant op. Ergens op een berg in de verte blaft een hond. Mijn Jip kijkt even op vanaf haar stoel, maar doezelt kort daarna weer vrolijk verder.
- Laatste spulletjes verhuizen
- Uitzicht vanaf het terras
- Grofvuil depot
Franse geluiden …
Ik hou van de Franse taal. Verfijnd of in boers dialect, het maakt me niet uit. Ik ben er verliefd op. Gelukkig kan ik me aardig redden in het Frans, waardoor ik snel een babbeltje maak met de lokale bevolking. Zoals bij het grofvuildepot, waar ik mijn encombrements kwam deponeren. Ik werd opgewacht door een klein mannetje met helder blauwe ogen die een notitieboekje in zijn knuistjes hield. Daarin noteerde hij mijn kenteken. ‘Vous êtes neuf dans le coin’, zei hij. Ja, niets ontgaat hem. We kwamen te spreken over mijn huis en dat de oude burgemeester daar had gewoond. Terwijl hij me hielp om mijn afval in de juiste containers te gooien, zei hij: ‘U woont wel op de mooiste plek van Tourtour, ik benijd u.’ Dat hoor ik wel vaker. Zoals in ‘l’Épicerie’, het mini-supermarktje in Tourtour. Daar doe ik mijn boodschappen. Niet goedkoop, maar o zo leuk. Lieve dames ook achter de toonbank en kassa. Een van hen heeft zo’n heerlijk lage, doorrookte stem. Een ander lacht de hele dag en geeft me altijd het gevoel dat ik heel erg welkom ben. Ik denk dat dat ook te maken heeft met het feit dat Tourtour een gewild plaatsje is waar veel buitenlanders wonen. Hollanders, Engelsen, Scandinaviërs … je komt ze hier allemaal tegen.
Hollandse geluiden
Ja, die Hollanders. Die weten wel waar ze moeten zijn. Al meteen de eerste week in Tourtour kwam ik de plaatselijke makelaar tegen. Anne Marie heet ze en ze liep met haar hond in het gebied dat ik al had geadopteerd als wandelplek voor Jip en D, mijn twee bordercollies. Tja, als je je honden uitlaat en bovendien Hollands spreekt, dan is het vanzelfsprekend dat je mekaar leert kennen. Gerard, de echtgenoot van Anne Marie introduceerde me op zijn beurt bij de plaatselijke toep-club. Echte Tourtourains met een Hollandse tongval die elke vrijdagmiddag bij elkaar komen in het café van Annie om te toepen. Zo breidt mijn netwerkje zich langzaamaan uit.
Tijdens de dagelijkse wandeling lopen we steevast langs een huisje met de smeedijzeren naam ‘De Vuurwerker’. Nooit iemand gezien, tot vorige week. Anton en Joke gebruiken hun opgepimpte schuur als vakantiewoning en zijn een paar weken in de Var. Het zijn Brabanders, en erg gastvrij. Jip en D kregen meteen plakjes worst en adopteerden Joke meteen als hun beste vriendin. Tijdens de spontaan aangeboden koffie met koek schoof hun buurman Michel aan. Ook een Brabander, dus het werd kei-gezellig.
Ontmoetingen hoeven niet altijd in levenden lijve te ontstaan. Via social media hou ik het Nederlandse thuisfront op de hoogte van mijn avonturen. Op een goed moment kreeg ik via Facebook een bericht van ‘onderbuurvrouw’ Marlies, die in Villecroze woont. Een alleenstaande vrouw die bezig is met het verzamelen van Hollandse singles in de buurt om af en toe samen wat leuks te doen. De eerste bijeenkomst van het singles-clubje was in Aups, waar we met z’n vijven gezellig hebben geluncht. En binnenkort gaan we met z’n allen naar een grote brocantemarkt. Ik krijg het nog druk …